De geschiedenis van Koerdistan is nauw verweven met geopolitieke veranderingen in het Midden-Oosten en de strijd om autonomie van de Koerden. De Koerden, een van de oudste volkeren in de regio, hebben door de eeuwen heen geworsteld om een onafhankelijke staat te creëren. Ondanks enkele momenten van hoop op zelfbestuur, zijn zij vaak het slachtoffer geworden van internationale en interne conflicten. Hieronder volgt een overzicht van enkele belangrijke momenten in de geschiedenis van Koerdistan:

Afkomst van de Koerden

De oorsprong van de Koerden is omgeven door verschillende theorieën. Een populaire opvatting is dat zij afstammen van de Meden, een volk dat rond 612 v. Chr. het Assyrische Rijk ten val bracht. Hoewel deze theorie niet onomstotelijk bewezen is, zijn de Koerden er vaak van overtuigd dat hun geschiedenis teruggaat tot dit oude volk. Wetenschappers vermoeden echter dat de Koerden afstammen van de Cyrtii, een nomadisch volk dat zich ongeveer 2.500 jaar geleden in het huidige Koerdistan vestigde. Hoe het ook zij, de Koerden hebben al duizenden jaren hun thuis in het Zagrosgebergte, dat zich uitstrekt over delen van het huidige Turkije, Irak en Iran.

Eerste deling van Koerdistan (1639)

Gedurende de middeleeuwen leefden de Koerden in tribale gemeenschappen onder leiding van stamhoofden (aga’s). Hun stamstructuur bleef in tact, zelfs toen twee grote rijken, het Ottomaanse Rijk en het Perzische Rijk, de regio domineerden. In ruil voor militaire steun mochten de Koerden hun eigen tradities en levenswijze behouden. Dit veranderde in 1639 toen een grens werd getrokken tussen het Ottomaanse en het Perzische Rijk, waardoor het Koerdische grondgebied voor de eerste keer verdeeld werd.

Tweede deling van Koerdistan (1920)

Na de Eerste Wereldoorlog viel het Ottomaanse Rijk uiteen, en de Koerden zagen een kans om een eigen staat te vormen. In het Verdrag van Sèvres (1920) werd hen zelfbestuur beloofd, wat leidde tot de oprichting van een Koerdische staat op Turks grondgebied. Deze belofte werd echter nooit waargemaakt. Mustafa Kemal Atatürk, de grondlegger van het moderne Turkije, verwierp het verdrag en sloot een nieuw akkoord in Lausanne in 1923, waarin geen aandacht meer was voor Koerdische autonomie. Turkije onderdrukte vervolgens elke uiting van de Koerdische identiteit.

Mahabad: een kortstondig Koerdistan (1946)

Na de Tweede Wereldoorlog riep de Koerdische gemeenschap in West-Iran met steun van de Sovjet-Unie de republiek Mahabad uit, een onafhankelijke Koerdische staat. Mahabad functioneerde als een zelfstandig land met eigen vlag, belastingstelsel en media. Echter, na de terugtrekking van de Sovjet-troepen werd de republiek in 1946 door Iran heroverd, en Mahabad hield op te bestaan.

Koerden in Irak: beloftes en repressie

In Irak kregen de Koerden in de jaren zestig enkele concessies van de Ba’ath-regering, zoals de erkenning van de Koerdische taal en beperkte autonomie. Echter, onder leiding van Saddam Hussein werden deze beloften niet nagekomen en volgde er zware repressie tegen de Koerden. Tijdens de oorlog tussen Irak en Iran (1980-1988) gebruikten beide partijen de Koerden als pionnen in hun strijd. Saddam Husseins wraakacties tegen de Koerden culmineerden in de beruchte gifgasaanval op Halabja in 1988, waarbij duizenden Koerden omkwamen.

De Golfoorlogen en Koerdische autonomie in Noord-Irak

Na de eerste Golfoorlog (1990-1991) creëerde de Verenigde Naties een no-flyzone in het noorden van Irak om de Koerden te beschermen tegen verdere aanvallen van Saddam Husseins troepen. Sindsdien genieten de Koerden in Noord-Irak een zekere mate van autonomie, hoewel het gebied geen internationale erkenning als onafhankelijke staat heeft verkregen.

De situatie van de Koerden in Turkije

In Turkije, met een bevolking van ongeveer 84 miljoen, leven naar schatting meer dan 20 miljoen Koerden. Zij spreken hun eigen taal, die sterk verschilt van het Turks en verwant is aan het Perzisch. De Koerden wonen voornamelijk in het oosten en zuidoosten van Turkije, maar door migratie zijn er ook grote Koerdische gemeenschappen ontstaan in steden als Istanbul, Ankara, Izmir en Adana. Daarnaast wonen er aanzienlijke Koerdische bevolkingsgroepen in buurlanden zoals Irak (bijna 3 miljoen), Iran (4 miljoen), Syrië (0,5 miljoen) en in de voormalige Sovjet-Unie (ongeveer 100.000). Koerden hebben een sterk gevoel van identiteit, en het Koerdische nationalisme is de afgelopen jaren steeds meer op de voorgrond getreden.

Het Koerdische nationalisme begon vooral rond de eeuwwisseling, mede als reactie op het opkomende Turkse nationalisme. Na de Eerste Wereldoorlog wekten de geallieerden de verwachting dat er een onafhankelijke Koerdische staat zou worden gesticht, naast een onafhankelijk Armenië. De Turkse nationale bevrijdingsstrijd, geleid door Atatürk en ondersteund door veel Koerden, maakte echter een einde aan die plannen, wat leidde tot de oprichting van de Republiek Turkije. Binnen deze nieuwe republiek werd geen rekening gehouden met de specifieke wensen van de Koerden, en de staat werd sterk centralistisch en autoritair georganiseerd, met een nadruk op Turks nationalisme. Dit leidde tot langdurige protesten onder de Koerden.

In 1925, 1929, 1930 en 1937 vonden er grootschalige Koerdische opstanden plaats, en tussendoor waren er vele kleinere. Deze opstanden werden echter bloedig onderdrukt. Tienduizenden Koerden kwamen om het leven en velen werden verbannen naar andere delen van het land. Vanaf dat moment beschouwde de Turkse staat het Koerdisch nationalisme als een ernstige bedreiging voor de nationale eenheid. De staat probeerde de Koerdische identiteit te onderdrukken door hen te dwingen zich aan te passen aan de Turkse cultuur. Zo werden Koerdische kleding en taal verboden in openbare ruimtes. Scholen onderwezen dat Koerden eigenlijk Turken waren die hun oorspronkelijke taal waren vergeten, en zelfs de term “Koerden” werd vervangen door “Bergturken”. Elke uiting van Koerdisch zelfbewustzijn werd als separatisme gezien, een ernstig misdrijf dat zwaar werd bestraft. De Turkse wet bevat ook vandaag de dag nog bepalingen tegen dit soort uitingen.

Koerdistan, het gebied waar de Koerden voornamelijk wonen, is economisch gezien het minst ontwikkelde deel van Turkije. Er is weinig industrie, een slecht ontwikkelde infrastructuur, nauwelijks toegang tot gezondheidszorg en het onderwijs is gebrekkig. In de jaren na 1946 wist de Democratische Partij (DP) veel steun te verwerven onder de Koerden, doordat zij een alternatief bood voor het strikte anti-Koerdische beleid van Atatürk en Inönü. Vanaf de tweede helft van de jaren zestig kwam er een sterkere Koerdische beweging op gang, geïnspireerd door politieke ontwikkelingen in Irak en Turkije. In Irak begon de Koerdische guerrilla in 1961, en boekte succes, wat bijdroeg aan het groeiende zelfbewustzijn van de Turkse Koerden. Tegelijkertijd erkende de Turkse Arbeiderspartij (TIP) voor het eerst openlijk het bestaan van een Koerdisch volk met een eigen cultuur. Koerden waren goed vertegenwoordigd binnen deze partij, en dit zorgde voor een grotere focus op het recht op zelfbeschikking binnen de bredere linkse beweging in Turkije.

Na de militaire coup van 12 maart 1971 werd de TIP verboden, mede door een resolutie over de Koerden. De repressie die volgde, trof Koerdische organisaties harder dan andere oppositiegroepen. Sinds de afkondiging van de staat van beleg in 1978 worden Koerden opnieuw zwaar onderdrukt. Koerdische kranten, tijdschriften en verenigingen werden verboden, en de staat vervolgde iedereen die opkwam voor Koerdische rechten.

De fascisten en de Koerden

Binnen de Turkse fascistische beweging bestaan verschillende opvattingen over de Koerden. Sommige radicale pan-Turkisten willen de Koerden verdrijven en hun land bevolken met Turkstalige volkeren uit de voormalige Sovjet-Unie en China. Vooral in de jaren waarin de Koerden nauwer verbonden raakten met de linkse beweging, riepen leden van de extreemrechtse Partij van de Nationalistische Actie (MHP) dat de Koerden naar Moskou moesten vertrekken.

Tegenwoordig is de meerderheid binnen de MHP iets gematigder. Volgens hun ideologie is het Turk-zijn niet afhankelijk van ras, maar van politieke opvattingen: iedereen die zichzelf als Turk beschouwt, kan deel uitmaken van het Turkse volk, zolang zij hun Koerdische identiteit opgeven. Ondanks pogingen om Koerdische leden te werven, boekte de MHP vaak weinig succes. In sommige Koerdische provincies, zoals Agri en Bingöl, had de partij korte tijd invloed, voornamelijk door het aantrekken van stamhoofden met beloften. De MHP blijft echter unaniem over Koerden die hun eigen identiteit willen behouden: zij worden gezien als landverraders en een bedreiging voor de Turkse staat. Koerdische nationalistische organisaties zijn een belangrijk doelwit van fascistische aanvallen, zowel in  Turkije als in het buitenland. Koerdische organisaties in Europa, zoals de Organisatie van Arbeiders uit Koerdistan in Nederland (Komela Karkerên Kurdistan li Hollend), worden vaak bedreigd door fascisten en andere nationalistische Turken.

Conclusie

De Koerden hebben door de geschiedenis heen meerdere malen geprobeerd om een eigen staat te vormen, maar dit streven is telkens gefnuikt door grotere geopolitieke krachten. Ze blijven verdeeld over meerdere landen, waaronder Turkije, Irak, Iran en Syrië. Hoewel de Koerden in Noord-Irak enige mate van zelfbestuur hebben, blijft een verenigd, onafhankelijk Koerdistan voor alle Koerden een onwaarschijnlijk toekomstbeeld.